Zieleroerselen

In de trein. Vermoeiende dag achter de rug. Vermoeiend weekend achter de rug. Eigenlijk een vermoeiende week, of nee, maand, of nee… wannneer heb ik voor het laatst eigenlijk uitgeslapen? Of goed geslapen? Doet er ook niet toe.

In de trein. Emotionele dag achter de rug. Emotionele week achter de rug. Eigenlijk… shit. Ik zou zeggen vakantie. Komt er ook al aan, alsof het allemaal op bestelling loopt.

Zo slecht gaat het niet hoor. Eigenlijk gaat het prima — reuze zelfs. Zit alleen even in een klein dipje, het is nu wat laat. Alweer. Dat went trouwens best. Dus dat is het eigenlijk niet. Maar dat wist ik ook wel.

In de trein. Nog iets van twee uur te gaan voor ik aankom. Dan nog een half uur lopen. Met mijn aandachtsboog verveel ik me uiteraard na vijf minuten al te pleuris. Gratis krant uit. Er liggen nog vijf exemplaren hier en daar op de grond. Het is hier een zwijnenstal.

In de trein, verveeld, laat. Je moet wat. Werk dan maar? Geen zin in, of eigenlijk wel zin in. Plus die vervelende aandachtsboog he. Je zou het beter een aandachtslijn kunnen noemen. Ik pak mijn tas. In een ultieme poging het werk van mij af te houden, open ik niet het hoofdvak, maar het voorvak. Een nutteloze poging, weet ik bij voorbaat.

Twee kandelaars, netjes opgerold. Shit. Dat was dus toch het verkeerde vak. Daar zit ik dan, met mezelf en twee kandelaren in de trein. Vermoeid. Laat ik dat niet vergeten zeg, dat is een plausibele uitvlucht. Wat eenwoord, daar kan ik vast ook even met mijn gedachten heen — een seconde of vijf. Het voorvak is dicht, de kandelaars uit het zicht, de laptop gepakt, het werk roept. De kandelaars zijn nog niet uit mijn gedachten.
Shit.

Comments are closed.